Emotie in je presentatie: 7 ideeën die raken

Je publiek knikt, maakt notities… maar écht raken doet je presentatie niet. Zeker bij experts lijkt emotie “not done” – tot je beseft dat zij óók mensen zijn.

Door emotie in je verhaal lichten letterlijk andere delen van het brein op. Het emotiecentrum (amygdala) tikt het geheugen aan: “Dit is belangrijk, bijhouden.” Wat je publiek voelt, onthoudt het langer dan wat alleen “interessant” is.

En toch bouwen we presentaties nog vaak rond feiten, modellen en grafieken. Inhoud: top. Reactie in de zaal: lauw. Niemand is tegen wat je zegt maar niemand wordt er warm van. Maya Angelou vatte het mooi samen: mensen vergeten wat je zei en wat je liet zien, maar niet hoe ze zich voelden bij jou.

Ook je kritische doelgroep – onderzoekers, artsen, ingenieurs, beleidsmakers – reageert op gevoel. Met één kanttekening: zij prikken meteen door nep-pathos en grote woorden. Dus geen opgeklopte verhalen, wel echte emotie dicht bij hun leefwereld.

Hieronder 7 manieren om van een droge slide-deck naar een impactvolle presentatie met emotie te gaan – helder, concreet en perfect bruikbaar in zakelijke context.

 

1. Start met een mens, niet met een model

We openen presentaties vaak zo: “In dit model onderscheiden we drie types patiënten…”
Klinkt slim. Voelt… niets.

Probeer dit eens:
“Sofie, 34, biomedisch ingenieur. Ze is verantwoordelijk voor meerdere trials en slaapt slecht door de foutmarges in haar data.”
Eén mens = één ankerpunt.
Je publiek krijgt een gezicht, een situatie, een context. Ze herkennen zichzelf, een collega of een patiënt. Daarna mag je gerust naar je model gaan – maar dan leeft dat model al.

 

2. Deel niet alleen je beslissing, maar ook je gevoel erbij

Zakelijke presentaties focussen op: “We hebben beslist om…”

Veel sterker:

• Wat deed die keuze met jou?
• Waar aarzelde je?
• Welke zorg zat erachter?

Bijvoorbeeld: “We hebben beslist om de studie te pauzeren. Niet evident. Ik heb er een paar nachten van wakker gelegen, omdat ik wist hoeveel werk jullie er al in gestoken hadden. Maar het risico op verkeerde conclusies voelde voor mij nog erger.”

Je haalt de mens achter de rol naar voren. Dat geeft vertrouwen – niet zwakte. Let op de valkuil: hou het kort en relevant. Geen emotionele biecht van tien minuten.

 

3. Vertel je obstakels – niet alleen het succesverhaal

In veel presentaties lijkt alles achteraf logisch te verlopen. Alsof elk project in een rechte lijn naar succes gaat. Niemand gelooft dat.
Maar bijna niemand vertelt het echte verhaal.

Je obstakels zijn net het stuk waar mensen zich in herkennen.

Voorbeeld uit mijn eigen verhaal: “Na mijn ziekte en bestralingen raadden heel wat mensen me af om met Presentation Lab verder te gaan. De moed zakte soms in mijn schoenen. Ik vroeg me af: kan ik dit nog wel? Maar net die twijfel heeft mij scherper gemaakt in wat ik wíl doen – mensen helpen sterke presentaties maken. Van doen wat ik écht graag doe fleurde ik net weer op.

Zoiets hoef je niet dramatisch te brengen – rustig, feitelijk, eerlijk. Je publiek voelt: dit is echt. En dat blijft plakken. En belangrijk: jouw obstakels hoeven niet levensgroot te zijn.

Het kan ook gaan over:

• een pilot die mislukte
• een samenwerking die stroef liep
• een beslissing waar je te lang mee gewacht hebt

Zolang het waar is en herkenbaar, werkt het.

 

4. Gebruik concrete woorden – maak het voelbaar

Wat saai klinkt: “We verbeteren de efficiëntie van het proces.”
Niemand voelt iets.
Probeer dit:
“Je wint gemiddeld 4 uur per week. Dat is de vrijdag waarop je om 16u naar huis kan in plaats van om 18u.”

Of: 
Niet: “We verbeteren de datakwaliteit.”
Wel: “Je hoeft niet meer op zondagavond 300 rijen in Excel na te kijken voor je een grafiek durft te tonen.”

Of:
Niet: “Ik hou van bloemen.”
Wel: “Ik hou van oranje lelies – die passen nu eens exact in mijn interieur.”

Hoe concreter, hoe meer het in het hoofd én lijf van je publiek komt. Jij ziet het beeld – zij ook.

 

5. Maak je logistiek menselijk – geef toe waar je twijfelde

In heel wat presentaties gaat het over logistiek: planningen, shifts, routes, volumes, bezetting.
Gevaar: je blijft hangen in schema’s en processen. Terwijl daar net veel emotie onder zit.

Denk aan beslissingen over:

• wie wanneer werkt
• wie ’s avonds laat nog op pad moet
• waar de piekuren vallen
• wie de lastige shiften krijgt

We zeggen dan snel in een slide: “We hebben het logistieke proces geoptimaliseerd.”
Klinkt netjes. Voelt niks.

In een presentatie met emotie maak je dat concreet en menselijk:
“We hebben het logistieke schema omgegooid zodat chauffeurs niet meer standaard tot 22u op de baan zitten. Het idee dat ze hun kinderen doordeweeks bijna nooit zagen, zat me niet lekker. Daarom leveren we nu vroeger bij de grote hubs en hebben we één late ploeg die zich vrijwillig aanmeldt. De rest is om 18u thuis.”

Hier zit wél gevoel in:

• je laat zien waar wringt
• je toont dat logistiek impact heeft op mensen, niet alleen op cijfers

Je mag ook kort zeggen dat je zelf twijfelde:

• “Ik vond het niet oké dat ze élke avond laat thuiskwamen.”
• “Ik zag wat het deed met het team, en dat zat me niet goed.”

Dat is interessanter dan alleen zeggen dat het proces nu “efficiënter” is.
Je publiek begrijpt de logistiek, maar voelt vooral: hier is nagedacht over mensen – niet alleen over systemen.

Valkuil:
Maak er geen vergaderverslag van. Eén zin twijfel + één concreet voorbeeld is genoeg. Daarna terug naar je inhoud.

 

6. Kies het beeld met de meeste emotie

Niet: appel in een fruitschaal – neutraal.
Wel: appel die na 7 dagen nog onderaan in de boekentas van je zoon ligt – iedereen ziet en ruikt hem bijna.

Toets jezelf:

• roept dit beeld iets op?
• of is het vooral mooi en “corporate”?

Reclamebeelden zijn niet voor niets zo gezocht. Ze zijn zelden puur rationeel bedoeld – ze willen ergens raken. Dat is precies wat jij ook wil: een PowerPoint presentatie die je publiek raakt, niet alleen informeert.
Kies in je slides dus de foto waar het meeste gebeurt in het hoofd van je publiek – niet per se de mooiste stockfoto. Zelfgemaakte foto’s zijn vaak veel interessanter.

 

7. Humaniseer je grafieken en cijfers

Zeker in wetenschappelijke of technische presentaties zitten de sterke emoties verstopt in de grafieken.

Voorbeeld: je toont een grafiek over duurzame mobiliteit.
Niet alleen: “We zien een daling van 27% in autogebruik voor ritten onder de 3 km.”

Maar ook: “Dat betekent dat er elke ochtend 300 gezinnen minder in de file staan. Minder stress aan de schoolpoort. En ja, ook iets minder geroep in de auto. ”

Kleine vertaling, groot effect. Je publiek begrijpt de cijfers én voelt de impact.

 

Belangrijke nuance voor experts

Je doelgroep jaagt niet “op pathos”, ze jaagt op geloofwaardigheid.
Dus:

• Geen overdreven superlatieven.
• Geen drama.
• Wel: echte twijfel, echte keuzes, echte mensen.

Emotie is hier geen drama, maar herkenning.
Je laat je publiek denken: “Dat heb ik ook. Dat ken ik. Dat ben ik.”
En dan heb je precies wat je wil – een presentatie die blijft hangen.