
Carrièrebooster: sterke presentatie om scherp te pitchen en te scoren
Bij een pitch zijn er geen medailles.
Er is één winnaar. Nummer twee en drie kunnen terug naar huis – zonder zilver of brons.
Je werkt hard, kent je vak door en door. Jouw ideeën kloppen inhoudelijk. Maar hoe krijg je al die info verkocht?
Hoe zorg je ervoor dat jouw volgende pitch écht scoort?
Dat jouw presentatie het voorstel is dat blijft hangen – en als nummer één wordt gekozen?
In veel organisaties wint niet automatisch de slimste persoon in de ruimte – maar degene die zijn verhaal het scherpst kan uitleggen. Zeker als er veel gepitcht wordt om nieuwe projecten, samenwerkingen of klanten binnen te halen. Er is maar één winnaar per pitch. En vaak wint niet het beste idee, maar het beste pitchdeck.
Goed kunnen presenteren is dus geen extraatje meer. Het is een carrièrefactor.
Want dat ene moment komt.
Je moet je idee verdedigen voor je leidinggevende, management, klant of comité.
Dan wil je niet denken: “Oei, mijn slides.”
Dan wil je denken: “Dit zit goed. Nu mag ik laten zien wat ik waard ben.”
In dit artikel ontdek je hoe sterke presentatievaardigheden je carrière vooruitduwen – én hoe je slimmer met je PowerPoint en je pitchdeck omgaat. We overlopen de ideale stappen: hoe je start aan een pitchdeck, waarom je eerst aan je verhaal en storyboard werkt, en pas daarna PowerPoint opstart. Veel slimmer, en vooral: een pak tijdbesparender.
Presentatievaardigheden zijn carrièresteroïden (de legale soort)
Presentatievaardigheden gaan veel verder dan “een slideshow kunnen doorklikken”.
Ze bepalen mee:
- hoe anderen jouw expertise inschatten
- of je wordt gezien als een toekomstige leidinggevende
- of je kansen krijgt om te pitchen bij klanten of management
- of je dossiers budget krijgen of in een schuif belanden
Werkgevers zetten communicatie en presentatievaardigheden ondertussen standaard bij de top van gezochte soft skills. In pharma, engineering, research, IT, beleid… overal.
Vroeg of laat komt dat moment:
- “Wil jij dit even toelichten op de meeting?”
- “Kun jij de pitch doen bij de klant?”
- “Kun je op het comité je voorstel komen verdedigen?”
Op dat moment zien mensen je niet bezig in Excel, in het lab of in de code – ze zien jou vooraan met je presentatie. Dáár vormt zich hun beeld van jouw niveau.
Sterke presentatie = sterk profiel.
Chaos op je slides = twijfel over je dossier.
Oneerlijk? Een beetje. Maar wel de realiteit.
Presentatie ≠ PowerPoint: eerst storybuilding, dan slides. Eerst storybuilding, dan slides
De grootste fout:
je opent PowerPoint, staaart naar slide 1 en begint te typen.
Zo krijg je:
- een kopie van je Word-document
- te veel bullets, te veel tekst, te veel grafieken
- vijftig slides voor een meeting van twintig minuten
En dus: een publiek dat afhaakt, en een goede inhoud die zijn impact verliest.
Draai het om:
1. Eerst storybuilding & storyboard
- Voor wie presenteer je?
- Wat is het probleem van je prospect?
- Wat is jouw visie daarop – en welke missie past daarbij voor dit publiek?
- Wat is één duidelijke kernboodschap?
- Welke 2–4 hoofdblokken heb je nodig om daar naartoe te werken?
- Hoe laat je die blokken logisch in elkaar klikken?
- Welke voorbeelden, grafieken of cases maken dat concreet?
2. Dan pas PowerPoint
- Je storyboard ligt klaar op papier of in een schets.
- Je weet welke slides je nodig hebt.
- Je schrapt vóór je begint met slides te schuiven in PowerPoint”
Resultaat:
Je pitchdeck ondersteunt je verhaal in plaats van het te saboteren.
Hoe pak je je presentatie slim aan?
Zie je presentatie als een project met een helder plan. Niet als een hoop slides die “nog snel” af moeten. Een simpel stappenplan:
1. Start bij je publiek, niet bij jezelf
- Wie zit er in de zaal?
- Welke termen kennen ze, welke niet?
- Wat staat er voor hen op het spel? Tijd, budget, reputatie, workload?
Een pitch naar R&D klinkt anders dan een pitch naar de CFO.
Zelfde inhoud – andere invalshoek.
2. Kies één duidelijke kernboodschap
Stel je voor dat iemand na jouw presentatie bij de koffieautomaat zegt:
“Het kwam hierop neer: …”
Wat moet daar op de puntjes staan?
Dat is je kernboodschap. Niet drie. Niet vijf. Eén.
Alles wat je vertelt, moet in dienst staan van dat ene punt.
De rest mag in een appendix, een memo of gewoon… weg.
3. Maak een storyboard in 8–12 stappen.
Een goed storyboard begeleidt je publiek van probleem naar oplossing – zonder dat ze verdwalen.
Bijvoorbeeld:
- Herkenbaar startpunt: “Dit is waar we vandaag tegenaan lopen.”
- Waarom dat een probleem is (voor hen, niet voor jou).
- Wat er op het spel staat als het zo blijft.
- Jouw voorstel of oplossing.
- De 2–4 belangrijkste elementen van dat voorstel.
- Bewijs: data, grafieken, cases.
- Impact: wat levert het op, voor wie.
- Concrete next step: beslissing, test, piloot, budget…
Pas als deze lijn goed zit, open je PowerPoint. Niet eerder.
Communicatie: minder vakjargon, meer helderheid
Je deck kan er fantastisch uitzien. Als niemand snapt wat je zegt, heb je niets gewonnen.
Let op deze basics:
- Praat mensentaal.
“We optimaliseren het end-to-end proces” klinkt slim, maar niemand voelt iets.
“Je wint gemiddeld vier uur per week” snapt iedereen. - Leg moeilijke woorden uit of vermijd ze.
Zeker in pitches met gemengd publiek (management + experten):
liever één zin uitleg dan een kamer vol beleefde, verwarde gezichten. - Schrap alles wat je kernboodschap niet vooruithelpt.
Ja, ook die grafiek waar je drie weken aan gewerkt hebt.
Die kan misschien in de appendix – niet in het hoofdverhaal. - Maak van je grafieken een verhaal.
Niet: “Hier zie je de evolutie over vijf jaar.”
Wel: “Let op dit stuk. Hier kantelt het. Dat is exact waarom we nu moeten ingrijpen.”
Zo toon je niet alleen dat je veel weet – maar vooral dat je helder kunt denken. Dat valt managers op.
Je publiek boeien zonder circus
Je moet geen stand-up comedian worden om een publiek mee te krijgen. Gelukkig maar.
Wat wél werkt:
- Verhalen en voorbeelden.
Geen Hollywood-plot, wel echte situaties uit hun wereld.
“Stel: je zit op vrijdagavond nog de data te checken…”
Dat onthouden ze. - Gerichte interactie.
Eén vraag naar de zaal, een poll, een korte reflectie.
Geen lesje, maar een gesprek.
Zo wordt je pitch geen download maar tweerichtingsverkeer. - Beelden die iets doen.
Minder stockfoto’s “mensen in pak rond een laptop”.
Meer beelden die herkenning oproepen: een overvolle inbox, een chaotische planning, een lege vergaderzaal om 20u ’s avonds.
Dat is voelbaar. En dus memorabel.
Als mensen graag naar je luisteren, gaan ze jou nadien ook sneller opzoeken: voor advies, samenwerking, leiderschap. Je zichtbaarheid stijgt – en daarmee je kansen.
Pitchen: veel kandidaten, één winnaar
- In pitchsituaties wordt het extra scherp.
- er is een beperkt budget
- er zijn meerdere voorstellen
- er is maar één winnaar
Leren presenteren is dus letterlijk leren concurreren.
Zonder vuile tricks, gewoon met betere communicatie.
FOUT
6. Kies het beeld met de meeste emotie
Niet: appel in een fruitschaal – neutraal.
Wel: appel die na 7 dagen nog onderaan in de boekentas van je zoon ligt – iedereen ziet en ruikt hem bijna.
Toets jezelf:
- roept dit beeld iets op?
- of is het vooral mooi en “corporate”?
Reclamebeelden zijn niet voor niets zo gezocht. Ze zijn zelden puur rationeel bedoeld – ze willen ergens raken. Dat is precies wat jij ook wil: een PowerPoint presentatie die je publiek raakt, niet alleen informeert.
Kies in je slides dus de foto waar het meeste gebeurt in het hoofd van je publiek – niet per se de mooiste stockfoto. Zelfgemaakte foto’s zijn vaak veel interessanter.
7. Humaniseer je grafieken en cijfers
Zeker in wetenschappelijke of technische presentaties zitten de sterke emoties verstopt in de grafieken.
Voorbeeld: je toont een grafiek over duurzame mobiliteit.
Niet alleen: “We zien een daling van 27% in autogebruik voor ritten onder de 3 km.”
Maar ook: “Dat betekent dat er elke ochtend 300 gezinnen minder in de file staan. Minder stress aan de schoolpoort. En ja, ook iets minder geroep in de auto. ”
Kleine vertaling, groot effect. Je publiek begrijpt de cijfers én voelt de impact.
Belangrijke nuance voor experts
Je doelgroep jaagt niet “op pathos”, ze jaagt op geloofwaardigheid.
Dus:
- Geen overdreven superlatieven.
- Geen drama.
- Wel: echte twijfel, echte keuzes, echte mensen.
Emotie is hier geen drama, maar herkenning.
Je laat je publiek denken: “Dat heb ik ook. Dat ken ik. Dat ben ik.”
En dan heb je precies wat je wil – een presentatie die blijft hangen.
Eén tip maakt al verschil. Maar in de training leer je stap voor stap hoe je sneller en slimmer een sterke presentatie opbouwt. Eentje die binnenkomt, overtuigt én scoort.